Wat leuk dat je interesse hebt om op een andere of verdiepende manier met jouw hond om te gaan. Ik wens je heel veel leerplezier.
Je hebt een hond omdat je het fijn vindt om met dit dier samen te leven, het is jouw maatje, je grootste vriend en je wilt graag dat hij gelukkig is. Je wilt waarschijnlijk ook dat de omgeving (de maatschappij) geen last heeft van jouw hond. Je wilt een hond die in het dagelijks leven goed kan functioneren, en je denkt waarschijnlijk dat je hem hiervoor bepaald gedrag aan moet leren door middel van commando’s.
In onze maatschappij is het inmiddels heel gewoon dat we met onze honden op gehoorzaamheidscursus gaan of met de pup op puppycursus, waar we ze allerlei gedrag aanleren om dit te bereiken. Aangeleerd gedrag waarmee ze in deze maatschappij kunnen functioneren. Maar hierbij gaan we uit van gedrag dat in onze ogen en naar onze waarden en maatstaven gewenst is. En de vraag is: hoe wenselijk is dit eigenlijk voor onze honden? Hoe ver brengen we onze honden hiermee van hun natuur? En wat is er eigenlijk werkelijk nodig om onze honden in deze maatschappij veilig en plezierig te kunnen laten functioneren?
Ik leer je om weer oog te hebben voor de autonomie van jouw hond en juist hierdoor problemen te voorkomen.
In deze les bespreek ik de basisprincipes om zó met jouw hond om te gaan en samen te leven dat ontspannenheid de basis gaat vormen voor jullie relatie.
Honden zijn niet meer weg te denken uit onze levens, maar dit betekent dat ook zij meegaan in de drukte en deze prestatiegerichte maatschappij. Zoals heel veel mensen, kunnen zij al deze prikkels en druk die er op ze gezet wordt niet altijd aan. Ook lopen er in de meeste gebieden in Nederland heel veel honden op een relatief kleine oppervlakte, iets wat per definitie al stress oplevert. Deze stress is weer de oorzaak van gedrag dat wij zien als probleemgedrag en dat ook de hond voor problemen stelt.
Het is dus belangrijk om jouw hond zo te begeleiden dat stress zoveel mogelijk vermeden wordt, of het nu om een pup gaat die nog moet opgroeien of om een volwassen hond die sociaalvaardig is en prima luistert of juist één die gedragsproblemen heeft, dat maakt niet uit. Het staat of valt met het begrijpen van jouw hond, zodat je zorg kunt dragen voor zijn welzijn.
Dit heb je zeer waarschijnlijk eerder gehoord en weet je ook wel. Helaas is er nog heel veel informatie in omloop die belooft dat je jouw hond erdoor zal gaan begrijpen, maar die nog gebaseerd is op verouderde theorieën en denkwijzen. Daar ga ik in deze cursus dan ook uitgebreid op in. En ik leer je wat er wél nodig is om jouw hond werkelijk te begrijpen.
Je kunt tegenwoordig al veel op internet vinden over stress en hoe honden communiceren en dat je dit moet leren herkennen; ook steeds meer hondenscholen en gedragstherapeuten leren hun cursisten dit. Waar minder tot nog vrijwel geen aandacht aan besteed wordt, is wat het met een hond doet als er niet aan zijn (basis)behoeften voldaan wordt en als hij niet zijn natuurlijke gedrag kan vertonen, niet autonoom kan zijn. Wat het met de cognitie en aangeboren sociale vaardigheden van een hond doet als wij ze vrijwel al hun gedrag aanleren en geen oog hebben voor en kennis over hun eigen beleving en ervaringen. En het natuurlijke (sociale) gedrag, dat daaruit voortkomt.
Om een hond en zijn gedrag echt te begrijpen ga ik uit van wat er over het brein van onze honden bekend is. En dat is eigenlijk best veel. Ze zeggen weleens ‘honden zijn net kinderen’ en daar zit wat in. Honden zijn ook net volwassen mensen, en weet je waarom? Omdat het brein van mens en dier voor een groot deel identiek is.
Misschien vertel ik je nu iets schokkends, maar wij zijn ook dieren, zoogdieren. Onze hersenen zijn wel meer ontwikkeld, dus we zijn tot meer en complexer denken in staat. Hond(achtigen) hebben ook een behoorlijk geëvalueerd brein en zijn cognitiever dan vaak aangenomen wordt. Steeds meer blijkt dat dierlijke cognitie lange tijd onderschat is.
Het verschil zit hem in de omvang en grootte van de hersenkwabben. Mens en hond hebben er allebei vier. De prefrontale cortex (een deel van het mensenbrein) is betrokken bij cognitieve en emotionele functies als beslissingen nemen, problemen oplossen, plannen, sociaal gedrag, emotieregulatie en impulsbeheersing. Deze hebben honden ook, alleen veel kleiner, wat betekent dat ze dit soort cognitieve eigenschappen ook hebben, alleen in mindere mate. De prefrontale gebieden zijn bij de mens sterker ontwikkeld. Een hond leeft daarom vooral in het hier en nu.
Dus wat gebeurt er als een dier, menselijk of niet-menselijk, niet vanuit zijn autonomie kan leven? Als er niet aan zijn behoeften voldaan wordt? Ga maar eens na wat er bij jezelf gebeurt als je je bijvoorbeeld ergens niet veilig voelt, hoe gedraag je je dan? Wat gebeurt er als kinderen niet gezien worden? Precies, ze worden of heel stil en verdrietig of boos en opstandig.
Dit zijn primaire reacties vanuit ons systeem en dienen ter overleving. Een hele belangrijke en primaire basisbehoefte is veiligheid. Wij zijn net als honden sociaal levende wezens, wat betekent dat we in groepen leven om zo onze overlevingskans te optimaliseren. Dit is hoe we instinctief ‘geprogrammeerd’ zijn. Wanneer je dit begrijpt, zul je ervoor willen zorgen dat je hond zich veilig voelt en daardoor een natuurlijke sociale interactie aankan, kan ontspannen en kan leren. Ervoor zorgen dat je hond zich veilig voelt is de essentie van de omgang met onze honden. Om hiervoor te kunnen zorgen is het van belang dat je jouw hond werkelijk begrijpt.
Antropomorfisme is een term die gebruikt wordt als men het heeft over het toeschrijven van menselijke eigenschappen aan dieren. Dierlijke gedragingen worden hierbij verklaard met behulp van menselijke beweegredenen. Er was en is nog steeds heel wat kritiek op het vergelijken van mensen met dieren. Maar als je weet dat gedrag voortkomt uit de processen in de hersenen en dat deze bij mens en dier hetzelfde opgebouwd zijn (sterker nog, dieren zijn in de evolutie eerder ontstaan dan wij) dan kun je best veel vergelijken. En als je heel eerlijk kijkt, kun je niet met zekerheid zeggen of een hond wel of geen jaloerse gevoelens heeft of wel of niet schuldbewust is. En zolang je dat niet weet, kun je er ook van uitgaan dat dit mogelijk zo is. En hierdoor met dieren net zo respectvol omgaan als met mensen.
We dienen er wel voor te waken niet onze eigen emoties en ideeën op het dier te projecteren, dat is wat anders. Maar dat een dier blijheid, verdriet, boosheid, jaloezie, angst e.d. kan ervaren, dat is voor mij wel zeker.
Ik was in juni 2015 bij een seminar van Jaak Panksepp (neurowetenschapper), hij moest hartelijk lachen om de term antropomorfisme. Hij doet juist het tegenovergestelde! ‘Ik onderzoek juist diergedrag om menselijk gedrag te verklaren,’ zei hij. Hij noemt dat zoömorfisme.
Extra informatie:
In onderstaand filmpje spreekt Jaak Panksepp over de zeven emotionele systemen (waar gedrag o.a. uit voortkomt). De eerste 10′ 30” zijn zeer interessant in relatie tot onze honden. Hij spreekt Engels en het is niet ondertiteld. Wanneer je dit niet kunt volgen, is dat geen probleem; het is niet noodzakelijk voor het begrip van jouw hond, alleen een extra aanvulling als je dit interessant vindt.
Omdat we dus zoveel gelijkenissen met honden hebben, kun je je makkelijk inleven in jouw hond. Door dit te doen, wordt het ook makkelijker om hem zo te begeleiden dat hij zich ontspannen voelt. Maar dit is nog wel een weg te gaan, omdat de meesten van ons gewend zijn te leven vanuit ons hoofd. Om op deze manier met jouw hond om te gaan, is het nodig dat jij zelf dicht bij je gevoel staat. Maar ook voor mensen die al wél in contact zijn met hun gevoel, maar emotioneel onstabiel zijn, is het omgaan met hun hond in deze maatschappij vaak een hele uitdaging.
De omgang met onze honden wordt nog maar al te vaak gebaseerd op een theorie die lange tijd geleden ontwikkeld is, maar die inmiddels ook al weer een aantal decennia achterhaald is; de dominantietheorie. Deze theorie gaat uit van de aanname dat honden in een groep leven en hun onderlinge relatie gebaseerd is op rangorde. De algemeen verbreide opvatting dat honden die agressief gedrag vertonen, hun roedel (honden of mensen) proberen te domineren is NIET op waarheid gebaseerd. Onderstaand artikel is de moeite waard om te lezen:
“Science Daily (25 mei 2009): Nieuw onderzoek laat zien hoe het gedrag van honden al generaties lang verkeerd geïnterpreteerd wordt. Het blijkt zelfs dat het toepassen van onjuiste ideeën over het gedrag en de training van honden eerder ongewenst gedrag oplevert dan het bestrijdt. In het onderzoek wordt sterk getwijfeld aan dominantie-gerelateerde interpretaties van gedrags- en trainingsmethoden waarvan veel hondentrainers uitgaan.
In tegenstelling tot de algemeen verbreide opvatting proberen honden die agressief gedrag vertonen NIET hun roedel (honden of mensen) te domineren. Dit is vastgesteld in een onderzoek van wetenschappers verbonden aan het departement voor Dierengeneeskunde van de Universiteit van Bristol en gepubliceerd in the Journal of Veterinary Behavior: Clinical Applications and Research*.
Gedurende zes maanden hebben de onderzoekers honden geobserveerd die vrij met elkaar konden optrekken in een Dogs Trust herplaatsingscentrum. Ook hebben zij de onderzoeksgegevens over wilde honden opnieuw geanalyseerd, voordat ze tot de conclusie kwamen dat honden vooral door ervaring leren hoe ze met elkaar moeten omgaan en NIET door de wens om ’dominant’ te zijn.
Het onderzoek laat zien dat honden er niet op uit zijn hun plaats in de hiërarchie van het roedel vast te houden, zoals veel hondentrainers beweren.
De wetenschappers stellen dat trainingen die gericht zijn op ‘dominantie-vermindering’ weinig nut hebben. Sterker nog: de resultaten van dit type trainingen variëren van waardeloos tot in wezen gevaarlijke behandelingen die het gedrag alleen maar zullen verergeren.
Opdrachten aan eigenaren zoals het eten vlakbij hun hond of als eerste door een deur gaan, beïnvloeden het algemene beeld van de hond over de relatie met zijn baas niet. Het zal ze hooguit leren wat ze kunnen verwachten in dit soort situaties. Maar wat erger is: alle vormen van straf zoals de hond tegen de vloer drukken, zijn kop beetpakken of in de oren knijpen zullen de hond angstig maken, in veel gevallen ook voor hun eigenaren en kunnen leiden tot escalatie van agressie.
Dr. Rachel Casey, professor Huisdierengedrag en Welzijn, aan de universiteit van Bristol, stelt: ’De algemene opvatting dat elke hond gedreven wordt door een of andere aangeboren wens om mensen en andere honden te controleren en domineren, is ronduit belachelijk. Deze aanname onderschat op grove wijze de complexe communicatie- en leermogelijkheden van honden. Bovendien leidt dit tot het gebruik van gehoorzaamheidsmethodes die welzijn beloven, maar in feite probleemgedrag veroorzaken.’
In haar kliniek ziet dr. Casey heel vaak honden die geleerd hebben agressie te tonen om de verwachte straf te ontlopen. Hondeneigenaren zijn vaak ontdaan wanneer uitgelegd wordt dat de hond juist doodsbang voor hén is en agressie toont vanwege de aanpak waarvoor zíj hebben gekozen. Deze aanpak wordt ook nog steeds geadviseerd door gedragstherapeuten en hondentrainers die de zogenaamde dominantie-methode aanhangen.
In DogsTrust, de grootste hondenwelzijnsorganisatie in Groot-Brittannië, wordt de staf van het herplaatsingscentrum voortdurend geconfronteerd met de resultaten van hondentrainingen die vooral gebaseerd zijn op misvattingen over dominantie. Het veterinaire hoofd, Chris Laurence, zegt hierover: ‘We kunnen meteen zien als een hond bij ons binnenkomt of hij een ’dominantie- verminderingstraining’ heeft ondergaan. Deze honden kunnen heel angstig zijn en dit kan weer leiden tot agressie naar mensen.
Het is triest dat veel methodes die gebruikt worden om een hond te leren dat zijn eigenaar de leider van het roedel is contraproductief werken. Je zult op deze manier geen hond krijgen die zich beter gedraagt, maar wel een hond die zo bang is dat hij – of zijn natuurlijk gedrag heeft onderdrukt en helemaal niets meer doet – of zo agressief is dat het te gevaarlijk is om bij hem in de buurt te komen.”
*Bradshaw, J.W.S., Blackwell, E.J. & Casey, R.A., ‘Dominance in domestic dogs – useful construct or bad habit?’
Journal of Veterinary Behavior: Clinical Applications and Research, May/June 2009
Credits: Dit artikel is vertaald door Els Selbach.
In introductieles 3 ga ik hier nog wat uitgebreider op in.
De relatie met onze hond dient wat mij betreft gebaseerd te zijn op vertrouwen. Wanneer je een vertrouwensrelatie met je hond hebt, vormt dit een sterke basis om je hond goed te kunnen begeleiden. Hij zal zich veilig voelen en graag naar je luisteren, want natuurlijk is dat in deze maatschappij wel nodig. Om vertrouwen van jouw hond te krijgen is het nodig om je hond echt te begrijpen en zo te kunnen reageren dat hij je kan vertrouwen. Dat hij zich veilig voelt bij jou.
Een andere pijler die in de basis goed moet zijn, is dat je in verbinding bent met jezelf. Dat je een bepaalde mate van emotionele stabiliteit hebt, zodat je vanuit kalmte kunt reageren in situaties die je met je hond meemaakt. Denk bijvoorbeeld aan een situatie waarin je andere honden ontmoet. Hoe reageer jij hierop. Hoe reageer je als andere mensen commentaar hebben op jou en je hond? Hoe reageer je als je visite krijgt of als je de hond een tijdje alleen moet laten? Wanneer jij hier onstabiel of gestrest, bezorgd of angstig over bent, heeft dat ook vaak invloed op het gedrag van je hond. Er is dus ook een mate van zelfvertrouwen en zelfsturing nodig, wat niets met dominantie te maken heeft, maar alles met emotionele stabiliteit, zodat je kalm vanuit helderheid kan reageren. In die zin kan jouw hond een geweldige leermeester zijn in jouw persoonlijke ontwikkeling.
Natuurlijk ben je een mens en kan het zijn dat je op dit moment niet helemaal emotioneel stabiel bent of onzekerheid voelt over de omgang met jouw volwassen hond of pup. Dat is heel normaal. Door meer kennis over je hond te vergaren, zal je merken dat je al meer (zelf)vertrouwen krijgt in de omgang met je hond. Deze introductiecursus is een mooie basis. Wil je meer leren, dan nodig ik je uit om straks ook verder te gaan met het 3-maanden traject. Hierover vertel ik aan het eind van deze cursus meer. Daarnaast begeleid ik tegenwoordig mensen om in contact te komen met hun innerlijke kalmte. Ook hier ben je van harte welkom wanneer je daar behoefte aan hebt.
Honden maken deel uit van ons leven en het zijn autonome dieren. Die combinatie kan stress geven als wij dit niet (willen) zien. Een hond heeft een eigen wil en behoeften, net als een kind, en net als bij een kind is het belangrijk om hier oog voor te hebben. Natuurlijk moet je jouw hond begeleiden, de meeste honden kunnen zichzelf niet zelfstandig uitlaten (hoewel, misschien ook wel). Helaas gebeurt het nog vaak dat deze eigen wil of intrinsieke motivatie, de kop ingedrukt wordt, gecorrigeerd wordt of genegeerd, vaak uit angst dat de hond ons anders de baas zal worden. Ook wordt de intrinsieke motivatie vaak overruled door het proces van conditionering door middel van een excentrieke motivatie, zoals voer. Ook dit heeft negatieve gevolgen voor het welzijn van de hond, waar ik in het traject uitgebreid op inga.
Wat gebeurt er als je de hond als gelijkwaardig ziet? Als je beseft dat hij een intrinsieke motivatie heeft, dat hij behoeftes heeft? Een eigen belevingswereld heeft?
Hoe zou het zijn als je dit leert zien en jouw hond zoveel mogelijk zichzelf laat zijn?
Ik weet het wel. Het levert voor de hond meer levensvreugde op, meer ontspanning en een stabiele emotionele staat. De hond zal zijn ware aard beter laten zien: sociaalvaardig, conflictvermijdend, zijn unieke persoonlijkheid en de eigenschappen waarvoor hij gefokt is. Wat het jou oplevert is een diepe verbinding met je hond en een ontspannen samenleven, waardoor je plezier kunt hebben met jouw maatje.
Gelijkwaardigheid betekent dus niet dat jouw hond net als jij zelf de verantwoording voor zijn leven kan nemen. Op dit vlak zijn en blijven wij verantwoordelijk en dienen hem daar ook in te begeleiden.
Het is dus belangrijk om te leren hoe je dit kunt doen.
Vanuit onze aangeleerde houding van superioriteit neigen we ertoe onze honden te onderschatten. En dat terwijl ze ons in zoveel opzichten overtreffen: ze zien, horen en ruiken beter dan wij; zijn sneller en behendiger, en ook nog eens veel vergevingsgezinder! Desondanks wachten we niet af hoe ze zich ontwikkelen, maar leren ze al bij voorbaat gedrag aan dat ons wenselijk toeschijnt, ontnemen ze zo hun natuurlijke nieuwsgierigheid en drukken het nemen van initiatieven de kop in.
Het mooie van de op vertrouwen gebaseerde omgang met je dier is dat je meer en meer gaat zien hoe intelligent, hoe probleemoplossend en sociaalvaardig honden van nature zijn. Voorwaarde is wel dat je een stuk controle los durft te laten. Sowieso zijn de meesten van ons geneigd over bijna alles de controle te willen houden, dus ook over onze hond.
Je kunt zeker niet bij elke hond zomaar elke vorm van controle laten varen: honden die agressie vertonen, die angstig of onzeker zijn, dienen stapje voor stapje te worden begeleid in het hervinden van hun zelfvertrouwen -en sturing. Maar als je een pup hebt of een stabiele volwassen hond kun je hier direct mee aan de slag. Wat kan jouw hond allemaal zelf?
Een gelijkwaardige relatie gaat wat mij betreft ook hierover. Wanneer je jouw hond gaat ervaren als gelijkwaardig is het heel gek om hem commando’s te geven of zelfs ‘goed zo!’ te zeggen. Natuurlijk denk je nu wellicht, maar hij heeft commando’s toch nodig om veilig te kunnen functioneren of ‘goed zo’ is toch ook belangrijk voor zijn zelfvertrouwen? Ik neem je graag mee op reis, zodat je hier jouw eigen ervaring in gaat opdoen. En zo leert voelen hoe het voor jou is.
Hier wil ik graag iets over zeggen. Ik ontmoet tegenwoordig heel vaak mensen die zich zorgen maken of zelfs een schuldgevoel hebben, omdat hun hond agressief, angstig of hyperactief is en er gezegd wordt dat de hond hun gedrag spiegelt. De aanname is dan dat honden niet anders kunnen dan hun mens spiegelen, waarbij volledig wordt voorbijgegaan aan het feit dat een hond een eigen beleving heeft.
Hoewel de emotionele staat van de mens in meerdere of mindere mate invloed heeft op de hond, is het absoluut niet zo dat een hond alleen maar spiegelt wat er in de mens leeft. Dit is ook weer afhankelijk van de stabiliteit van de hond. Indien een hond zelfverzekerd en emotioneel stabiel is, zal hij beter om kunnen gaan met een onstabiele of gestreste mens of andere hond. Hij zal hier dan niet in meegetrokken worden (spiegelen). Echter wanneer de hond zelf onzeker/onstabiel is, dan heeft hij meer steun nodig van een ander individu – een mens of andere hond. Wanneer dit andere individu dan zelf gestrest is, heeft dit een versterkend effect op de onzekerheid/onstabiliteit van de hond.
Een hond kan dus ook prima uitvallen bij een rustig en zelfverzekerd mens. Of heel relaxed zijn bij een onzeker en nerveus mens.
Samenleven vanuit verbinding betekent dus: samen leven vanuit gelijkwaardigheid, met begrip voor je hond, met respect voor zijn eigen belevingswereld en hier zoveel mogelijk aan tegemoetkomen. Dit is de basis voor ontspannen samenleven met je hond.
Schrijf in je werkboek wat jou wensen zijn in het samen leven met je hond.
In de volgende les leer je meer over het gedrag van je hond.