Les 4 – Coregulatie met je hond

LOB

Tekst – Korte samenvatting
Video 1 – Oefening: Coregulatie via hartcoherentie en aanraking – 04:25
Tekst – 4-Fasenplan

WIBE

In deze les leer je meer over:

– coregulatie met je hond via hartcoherentie en aanraking
– hoe je de ademhaling van je hond kan begeleiden om hartcoherentie en buikademhaling te stimuleren
– hoe je de coregulatieoefening introduceert aan je hond en opbouwt om uiteindelijk in te zetten tijdens of na stressvolle momenten.

… en ga je oefenen op:

coregulatie met je hond via hartcoherentie  en aanraking.

Plan van A

– Fris de theorie even op en lees de tekst door.
– Bekijk video 1 en oefen nadien samen met je hond.
– Lees het 4-fasenplan om te weten te komen hoe je coregulatie in je dagelijks leven kan implementeren.

Opfrissing

Honden zijn sociale wezens en helpen elkaar te reguleren via coregulatie. Rust, veiligheid en bescherming zoeken ze bij elkaar. Zo zijn ze biologisch geprogrammeerd. Dit is hun natuur en dat hebben ze nodig om te overleven.

Hoe vreemd en stresserend moet het niet zijn voor een hond als hij niet aan coregulatie kan doen, omdat zijn mens of groep:

– urenlang van huis is voor school, werk, een hobby of een feestje
– vaak zelf gestrest door het leven gaat
– heeft bedacht (en mis-begrepen) dat je een hond zijn angst vergroot of bevestigd als je er aandacht of steun aan geeft?

Wanneer de sociale groep uit de veilige verbinding stapt door de hond te negeren, commanderen of bestraffen, krijgt de hond niet de nodige support om zich:

– te helpen reguleren
– veilig en geborgen te voelen
– te beschermen en in veiligheid te brengen met de hulp van de groep

De mate waarin je aanwezig bent en op een gepaste manier steunt biedt, kleurt de wereld en beleving van je hond naar veilig(er) of onveilig(er). 

De ‘afwezige’ sociale groep

De ‘afwezige’ sociale groep:

– veroorzaakt ongewild sociale pijn door de toegang tot de veilige groep te verhinderen
– vormt bij commanderen, dwang en bestraffen zelf een bedreiging
– ontneemt de eerste beschermingsstrategie om zich veilig te stellen via coregulatie met de groep
– triggert en oefent het sympathisch circuit, waardoor de hond sneller verdedigings- en overlevingsresponsen vertoont op omgevingsprikkels
– verlengt de duurtijd van de bedreiging, omdat de hond zich niet meteen veilig kan stellen. Zo vergroot je de bedreigingsgevoelens, stress en angst bij de hond.

‘Geen gepaste steun’ betekent voor de hond onveiligheid en controleverlies. De hond voelt zich veel kwetsbaarder, kan zijn stress niet hanteren en hulpeloosheid slaagt sneller toe. Hoe hulpelozer een hond zich voelt, hoe enger of traumatischer hij zelfs een bepaalde gebeurtenis ervaart.

Hoe kleurt de hondenouder?

Een hondenouder die groen kleurt staat in verbinding met de hond en is een veilig persoon die support kan bieden. Ben je gestrest dan kleur je zelf geel, oranje of rood en ga je panikeren of aanvallend reageren. Of misschien kleur je wel bruin (bevriezen) of zwart (lam) en doe je niets meer uit onmacht.
Vanuit deze zijnstoestanden kan je geen support bieden en aan coregulatie doen.

Als je je hond graag wil helpen bij zijn stressregulering, maar gestrest bent, heb je je eerst zelf te reguleren naar groen voor je je hond hierbij kan helpen. Zo maak je het jezelf veel makkelijker om:

– veilig en verbonden te blijven met jezelf tijdens een crisis
– het overzicht en je rust te bewaren
– sociaal betrokken te zijn
– veilig en verbonden te blijven met je hond
– je support af te stemmen op de noden van je hond 

Hoe het allemaal begon bij de hond

Voor zelfregulatie ben je als (ongeboren) pup volledig afhankelijk van coregulatie met een veilig regulerende moederhond. Door herhaalde ervaringen van coregulatie ontwikkelt de pup het neurologisch circuit om aan zelfregulatie én coregulatie te kunnen doen. Als dit circuit goed ontwikkeld wordt, groeit de pup uit tot een stabiele volwassen hond.

Niet iedere pup heeft een regulerende moeder in zijn leven gehad, laat staan voldoende tijd met haar gespendeerd, om dat gedeelte van het autonome zenuwstelsel te ontwikkelen dat nodig is om de eigen stress en emoties te reguleren via coregulatie.

Het is zijn nieuwe sociale groep (het gezin) die deze taak verder heeft te zetten, wat maar zelden gebeurt. Daardoor hebben veel honden op volwassen leeftijd niet geleerd zichzelf te reguleren en ervaren ze problemen met coregulatie.

Sommige honden zijn als gevolg van stress en trauma uit verbinding gegaan waardoor hun autonome regulatie mank is gelopen. Zij leven in het rood en slagen er niet meer in om naar groen te shiften. Het AZS heeft dus het circuit afgesloten om zich veilig en verbonden te kunnen voelen. Het lichaam blijft steken in overlevingsmodus, waardoor het aan de hersenen blijft signaleren dat de hond niet veilig is, terwijl er geen daadwerkelijk gevaar meer is. Via coregulatie gaan we deze honden moeten helpen om zich terug veilig te voelen. Coregulatie maakt het mogelijk om het AZS te doen shiften naar groen, waardoor de hersenen het signaal krijgen dat ‘het weer veilig is’ en de hond kan herstellen en ontspannen.

In de maatschappijgeest is de misvatting geslopen dat we honden niet zouden mogen steunen en is men veel te fel gefocust op gehoorzaamheidstraining om een hond zelfcontrole en samenwerking bij te brengen. Echter, zelfbeheersing, samenwerking en een vertrouwensband ontwikkel je niet door commando’s op te volgen. Ze zijn een logisch gevolg van een gezonde zelfregulatie via coregulatie en dat komt dus van binnenuit. Je verkrijgt dit niet door iets wat van buitenaf wordt opgelegd. Het is ook niet iets wat je ‘in de hond’ moet steken. Deze kwaliteiten zitten er al. Ze zijn inherent aan het sociale wezen ‘hond’. We hebben alleen de juiste voedingsbodem te creëren, zodat zijn kwaliteiten ‘eruit’ kunnen komen.

Oefening baart zelfregulatie en coregulatie

Hoe meer je aan zelfregulatie doet, hoe meer je in verbinding blijft met jezelf, waardoor je hond aan coregulatie kan doen.
Door te oefenen met zelfregulatie en coregulatie maak je de autonome paden vrij om dat goed te kunnen. Hoe meer je oefent, hoe meer je ‘groen’ stimuleert en ontwikkelt. Hiermee bedoel ik dat wanneer je jezelf telkens weer opnieuw reguleert naar een veilige en verbonden staat van zijn, je in het dagelijks leven meer vanuit deze zijnstoestand zal gaan leven. Je zal merken dat je steeds meer vanuit rust en kalmte zal omgaan met moeilijke omstandigheden, minder in het rood gaat en sneller weer kan shiften naar groen. Je wordt dus stressbestendiger en ontwikkelt meer weerbaarheid, veerkracht en draagkracht met als kers op de taart een goed portie zelfvertrouwen. Deze kwaliteiten draag je over op je hond.

Video 2 – Oefening: Coregulatie via hartcoherentie en aanraking – 04:25

4-Fasenplan

Elke mens en elke hond is uniek, de combi is nog unieker. De richtlijnen in het fasenplan zijn echt bedoeld als richtlijnen. Ik geef je mogelijkheden, ingangspoorten, aandachtspunten mee waar je zelf creatief mee aan de slag hebt te gaan. Vaste kaders kan en mag ik je niet geven, want daar zou ik jou en je hond mee tekort doen. Alle mooie dingen die we bedenken als mens om de hond te helpen, zijn niet meer zo mooi als je je hond met standaardplannetjes bestookt waar hij moet inpassen en hem overslaat in heel het beslissingsproces.

“De keuzevrijheid en de toestemming van de hond staan centraal.”

Ik besef het, het is leven met onzekerheid. Ik vraag je om controle los te laten en dat is niet altijd even makkelijk. Maar weet ook dat ik er ben om je te ondersteunen en om individuele accenten te leggen waar jij en je hond echt mee gebaat zijn via individuele begeleiding.

“Mijn boodschap is: stem af, ga in dialoog, nodig uit, blijf in verbinding en luister naar je hond.”

Daar waar je hond echt zo ver heen is dat hij niet meer kan instaan voor zijn eigen beslissingen, heb je het roer volledig over te nemen. Soms is het niet duidelijk wanneer dat is. Volg je gevoel en aarzel niet om iets te proberen, maar blijf in contact met je hond en stuur bij aan de hand van zijn feedback.

Voorbereidingsfase

Timing en setting

Oefen de oefeningen rond zelfregulatie in het bijzijn van je hond en op jezelf, wanneer je al ontspannen bent. Eens je de schwung te pakken hebt, oefen je bij lichte stressjes. Observeer of je jezelf terug naar rust kan shiften.

Oefen coregulatie met je hond op een ontspannen moment en op bekend terrein waar hij zich veilig voelt: zijn veilige plek in huis.

Wanneer jij en je hond binnenshuis vertrouwd zijn met de oefeningen, kan je ze overzetten naar een andere context, namelijk op wandeling. Oefen nadat je hond al goed heeft gesnuffeld en zijn kleine/grote boodschap heeft gedaan. Ook hier weer geldt de voorwaarde: ‘Oefen op een veilige (wandel)plek en als de hond ontspannen is.’ Als hij nog andere dingen op zijn agenda heeft staan, forceer je hem niet om de jouwe te volgen. Anders krijg je een negatieve associatie i.p.v. een positieve en creëer je een trigger i.p.v. een glimmer.

In een volgende fase kan je NA een licht stressje de oefening inzetten. Zorg dat je je hond eerst uit de gevaarzone haalt en begeef je naar een veilige zone om te coreguleren.

Mocht je wegens onvoorziene omstandigheden met een grotere trigger te maken krijgen, dan kan je de oefening thuis doen op zijn veilige plek of in de wagen als je niet (onmiddellijk) thuis bent. Sommige honden kan je helpen ontspannen in de wagen, voor anderen doe je er beter aan om naar huis te rijden.

Woordje ‘Relaxen’ aanleren

Wanneer je merkt dat je hond jullie moment herkent en als ontspannend ervaart, kan je vlak voor je aan de oefening begint een vast woordje of zinnetje zeggen met dezelfde intonatie, zoals bijvoorbeeld: ‘Gaan we chillen?’, ‘Rust’, ‘Relaxen?’ of kies een ander woord/zinnetje.

In eerste instantie ben je je hond de betekenis van het woord aan het aanleren door een verband te leggen tussen het woord – de context – het ontspannen gevoel.

Pas na herhaling zal het woord begrepen worden door je hond. Dus verwacht de eerstkomende tijd nog geen herkenning. Je bent immers taal aan het aanleren.

Waarom heeft dit nut? Honden hebben voorspelbaarheid nodig, net zoals jij en ik. Dit geeft houvast en zekerheid, zeker op momenten dat alles op losse schroeven staat. Het woordje zal je kunnen inzetten in de actiefase om je hond kenbaar te maken wat je van plan bent en meer houvast te bieden. Je voegt een element van voorspelbaarheid toe in een onvoorspelbare situatie. In sommige gevallen kan je de hond hiermee communiceren dat hij veilig is of dat je hem in veiligheid gaat brengen.

Verwacht nooit dat hij van je woordje instant ‘zen’ wordt m.a.w. je kan er geen ‘rustig gedrag’ mee opvragen, want de basis is een emotie en geen gedrag én je hond heeft, net als ons, geen knopje on-off, tenzij je fokker ‘Bart Smit’ heet. Wat wel mogelijk is, is dat je een herinnering losmaakt van ontspanning en het AZS daar al een kleine shift mee maakt richting groen, maar dat is geen garantie. 

Coregulatie met andere dieren

Ervaart je hond steun van een andere hond of kat? Dan kan je hen mee laten deelnemen aan je oefeningen.

Actiefase

Zelfregulatie is een voorwaarde om aan coregulatie te doen. Coregulatie vormt de basis om de beste support te zijn voor je hond, maar ook om met andere technieken aan de slag te gaan, zoals bv. Slow Touch. Alleen zo kan je het verschil maken tijdens stressvolle gebeurtenissen.

Tijdens crisissituaties helpen de oefeningen zelfregulatie om terug in contact te komen met jezelf en om je eigen emoties en stress te reguleren. Zo behoud je zelfleiderschap en overzicht en kan je helder blijven nadenken onder moeilijke omstandigheden.
Je hond zal de verandering in je ademhaling en energie onbewust oppikken, waardoor zijn AZS al een beetje mee kan shiften richting groen.

De coregulatie oefeningen helpen je hond om emotionele disbalansen bij te sturen door in hartcoherentie te komen. Honden die bang zijn, gaan immers oppervlakkig ademen en daardoor verkrampen ze, waarna ze uit contact gaan met zichzelf en met de omgeving. De diepe ademhaling helpt hen opnieuw te aarden en spanning los te laten. Ademhaling herstelt de verbinding met zichzelf en met jou. 

Tijdens een moeilijk voorval heb je af te wachten hoe je hond zich gaat uiten. Stel dat hij heel beweeglijk is, dan is het niet zo handig om hem met één hand aan te raken. Je kan je dan wel focussen op je eigen ademhaling en/of de coregulatie oefening doen zonder aanraken, maar via visualisatie.

Met visualisatie bedoel ik dat je in je gedachten de oefening samen met je hond uitvoert. Zie de film in gedachten, terwijl je je 

Onverwachtse knallen, een aanval van een andere hond, … zetten je vaak voor voldongen feiten. Focus dan onmiddellijk op je eigen ademhaling. Heb je je adem ingeslikt van het verschieten? Adem dan eerst diep uit. Zucht een paar keer en stap dan eerst over op je aardingsoefening.

Of je tijdens de actiefase toekomt aan je hartcoherentie technieken of de coregulatie oefening, hangt af van de crisissituatie. Bv. wanneer je hond dringende medische hulp nodig heeft, heb je je zo snel mogelijk naar de dierenarts te begeven. 

Als je in de mogelijkheid bent dan kan je bij een milde stressreactie van je hond bekijken of je met aanraking en ademhaling je hond naar groen krijgt. Als je hond niet herstelt van de stress, dan heb je je eerst naar een veilige plek te begeven. Terwijl je dat doet, blijf je zelf goed doorademen.

Herstelfase

De coregulatie-oefening helpt je hond om terug in hartcoherentie te komen, zodat zijn hart signalen naar de hersenen kan sturen dat de bedreiging weg is en ontspannen weer veilig is. 

coregulering met kat
Coregulering bij vuurwerkangst

Helemaal zen?
Ga verder met STC 2 – Een veilige plek!